Newcastle: Cathedral church of St Nicholas.

The Cathedral Church of St Nicholas, Newcastle: 'A Tangled Story', or 'Cutting the Geordian Knot'

De eerste bronnen die spreken over, wat later Newcastle is gaan heten, een romeins fort aan de Noordzeekust (als onderdeel van de muur van Hadrianus) in 122 AD. Nadat de romeinen Engeland in 400 hadden verlaten, ontstaan er roerige tijden in Noord-Engeland. De Noormannen en later de Schotten voeren plundertochten uit. De (inmiddels) stad moest zich verdedigen. In de 11e eeuw werd Engeland geregeerd door de Normandische hertog en latere koning William I (De veroveraar) Deze bouwde overal in het land kastelen om zijn gezag te bevestigen en te handhaven. Zo ook op de plek van een voormalige romeins fort. De stenen toren en het poortgebouw (The Black Gate) zijn nog overblijfsels van dat “nieuwe kasteel”.

Net als veel Engelse havensteden heeft ook Newcastle een verleden dat is getekend door kinderarbeid, diepe armoede en grote verschillen tussen de “have’s” en de “have not’s”. De zware levensomstandigheden in de grote 19e-eeuwse industriesteden (Manchester, Sheffield) met veel vervuilende fabrieken in het centrum van de stad leverde geheel Noord Engeland de naam The Black Countries op. In Newcastle probeerde de architect John Dobson deze verloedering tegen te gaan. Hij tekende een nieuw plan uit voor de herinrichting van het centrum van de stad. Waar de “mode” in die tijd vooral viel op de neo-gotische stijl, koos hij voor een meer klassieke stijl, statig, symmetrisch en met zuilen. In de binnenstad zijn hier nog veel voorbeelden van over.

The Monument

The Monument by Firmatography @flickr

 

Een bijzondere anekdote over de St Nicholas Cathedral is de volgende: tijdens de burgeroorlog in 1644 werd de kathedraal voor de ondergang behoed! De stad werd belegerd door een Schots leger die de stad tot overgave probeerde te dwingen met het dreigement de kathedraal met kanonnen kapot te schieten. De toenmalige burgemeester Sir John Marley dwarsboomde dat plan door Schotse gevangenen in de toren te zetten! Het heeft blijkbaar geholpen, de kathedraal staat er nog steeds.

 

Twee bijzondere componisten

Er vallen twee namen op van componisten van wie deze week in Engeland betrekkelijk veel werk wordt uitgevoerd: en Heathcote Dicken Statham (1889 – 1973) en Herbert Sumpsion (1899 – 1995).

Wie de toegankelijke en romantisch gekleurde muziek hoort van deze twee componisten, verwacht dat zij afkomstig zijn uit de 19e en niet uit de 20e eeuw. Beide componisten lieten zich inspireren door de idealen van de “Engelse Renaissance” (1880 – 1914). De belangrijkste voormannen hiervan waren de componisten Hubert Parry en Charles Stanford. Zij probeerden een geheel eigen Engels geluid in hun composities op te roepen door terug te grijpen op oude muzikale vormen als mis en motet, maar ook madrigalen, liederen en ensemblemuziek. Hun composities kenmerkten zich als toegankelijke, harmonieuze muziek die van zodanig technisch niveau waren dat ze ook door amateur kerkkoren gezongen konden worden. Daarnaast was er aandacht voor overgeleverde Engelse volksmelodieën. Zelfs toen na de eerste wereldoorlog op het Europese vasteland componisten experimenteerden met moderne atonale muziek werd er in Engeland nog lang terug gegrepen op deze stijl.

Primary

Heathcote Dicken Statham was een internationaal vermaarde componist, dirigent en organist. Hij studeerde aan de Royal College of Music in Londen. Hij had succes met zijn toonzettingen van het Magnificat en Nunc Dimittis. Hij was niet met een dienstverband verbonden aan één van de Engelse kathedralen. Hij maakte carrière als dirigent en dirigeerde van 1928 tot 1961 het Norwich Philharmonic Orchestra.

 

https://musicalics.com/sites/default/files/styles/original_rotated/public/images/composer/sumsion.jpg?itok=FDpFgutU

Herbert Whitton Sumpsion was een Engelse musicus die van 1928 tot 1967 organist was van Gloucester Cathedral. Hij onderhield nauwe banden met belangrijke figuren in de 20e-eeuwse muzikale renaissance van Engeland, waaronder Edward Elgar, Herbert Howells, Gerald Finzi en Ralph Vaughan Williams. Hoewel Sumsion vooral bekend is als organist, hield hij zich in zijn meer dan 60-jarige professionele carrière bezig met componeren, dirigeren, uitvoeren, begeleiden en lesgeven. Zijn bekendste composities omvatten voornamelijk religieuze werken voor koor en orgel. Minder bekend is zijn werk voor kamermuziek bezetting en orkest.